Tijdlijn
De tijdlijn is waar de film wordt bewerkt.
Zoomen
In- en uitzoomen kan worden gedaan door het gebruik van het muiswiel.
Houd Control ingedrukt en gebruik dan het wiel om het zoomniveau aan te passen.
Bovendien kunnen de "-" toetsen '=' hiervoor worden gebruikt.
Houd Control ingedrukt tezamen met één van deze toetsen om direct naar het minimale/maximale zoom niveau te gaan.
De verticale rode lijn is de 'cursor'. Deze geeft aan wat er op dit moment in het Voorbeeld wordt getoond.
Voor sommige acties bepaald de cursor waar (bv.) snedes worden gezet tijdens bewerkingen.
Voor het maken van een eerste selectie van welk materiaal (niet) gebruikt wordt, kan regio markering worden gebruikt.
Gebieden worden gemarkeerd op twee manieren:
- Tijdens het afspelen, zorgt het indrukken van Shift voor het beginnen van een regio. De regio wordt verlengd tot de cursor positie tot Shift wordt losgelaten.
- Regio's kunnen worden toegevoegd/verwijderd door Shift in te drukken in combinatie met het klikken en verslepen van de muis.
Tijdens het afspelen, kunnen de begin/eind posities van de regio's iets afwijken van de posities waarop shift werd ingedrukt/losgelaten.
De reden hiervoor is dat het indrukken/loslaten vaak net iets te laat gebeurd. Om hier mee om te gaan kan de regio net iets eerder/later beginnen.
Dit gedrag kan via het Opties worden gewijzigd.
Verplaatsen
Clips kunnen worden gesleept in de tijdlijn.
Nieuwe clips kunnen worden gesleept uit het project uitzicht.
Ondersteunde bestandstypen worden gesleept vanuit het bestandssysteem.
Klembord
Knippen, Kopiëren en Plakken (hoofdmenu Edit) werkt op clips in de tijdlijn.
.
Bestanden kunnen gekopieerd wordem van het Project overzicht naar het klembord en dan worden geplakt in de tijdlijn.
Ondersteunde bestanden in het klembord geplaatst door bestandsbeheer kunnen worden geplakt in de tijdlijn.
Merk op dat het plakken van clips/bestanden via het hoofdmenu Bewerken (of via de sneltoets Ctrl-V) altijd gebeurt 'tegen' de cursor aan.
Plakken via het pop-up menu wordt gedaan op de plaats waar het menu werd geopend.
Selecteren
Als een video (audio) clip een bijbehorende audio (video) clip heeft, zijn deze clips 'gekoppeld'. Gekoppelde clips worden
altijd samen geselecteerd.
Control: selecteer meerdere clips, één voor één.
Shift: selecteer alle clips 'tussen' twee clips
.
Alt: selecteer vanaf een clip tot het einde.
Snede maken
Druk op de toets "s" om een snede (door alle sporen) op de positie van de cursor te maken.
Bijknippen en overgangen
Clips kunnen worden ingekort/verlengd door het klikken op, en dan slepen met, een snede tussen twee clips,
Overgangen worden op dezelfde wijze geknipt, door het klikken op en verplaatsen van de muisaanwijzer op hun begin/eind posities.
Vaak is het wenselijk om een clip in te korten danwel te verlengen, zonder dat er lege ruimte overblijft.
In dat geval, houd Shift ingedrukt tijdens het bijknippen. Alle andere clips schuiven mee.
Deze methode werkt ook bij het vergroten van een clip: Als er geen ruimte is aan de voorkant van de clip, maar je wil de clip toch
verlengen, houd Shift ingedrukt.
Vastplakken
Voor het slepen en neerzetten (kunnen de twee 'vastklik' opties aangezet worden (Beeld → Vastklikken aan ...).
Als deze aan staan, dan worden operaties zodanig aangepast dat de bewerkte clips automatisch 'tegen' andere clips aan plakken.
Dit helpt bij het precies naast elkaar zetten van clips.
Het creëren van overgangen
Het creëren van overgangen kan op twee manieren:
- Klik met de rechtermuisknop op een clip en selecteer de gewenste overgang in het pop-up menu.
- Via de toetsen 'i', 'o', 'p', en 'n' maak je crossfades.
Sporen toevoegen
Nieuwe sporen kunnen worden toegevoegd door het selecteren van Film → Nieuw ... spoor.